Thematisch werken
De leerkrachten van de groepen 1-2 werken alleen maar met thema's. De gehanteerde werkwijze is via de methode ontwikkelingsgericht onderwijs (OGO). De leerkrachten bedenken diverse doelstellingen die de kinderen moeten bereiken. Aan de hand van diverse startactiviteiten (bijv. kringgesprek, expert in de klas, excursie) worden de kinderen geconfronteerd met het thema. De kinderen hebben even een inlevingsperiode nodig van één week tot twee weken. De leerkracht verrijkt deze inlevingsperiode met allerlei werkvormen. De kinderen worden uitgedaagd om vragen te stellen. In de klas komt een heuse vragenwand te hangen. De leerkracht treedt daarbij op als gids en ondersteuner. De kinderen gaan de vragen beantwoorden. De antwoorden worden bij de vragenwand geplaatst. Daarbij is er altijd een activiteit waarbij de echte buitenwereld naar binnen wordt gehaald; bijvoorbeeld een excursie of een expert komt in de klas. In de groepen 1-2 neemt daarbij het spel een belangrijke plaats in; op die manier krijgen de kinderen grip op de volwassen wereld. De leerkracht speelt mee om de spelkwaliteit te verhogen. Na een periode van zo'n acht weken wordt het thema afgesloten. Dat kan met een presentatie aan elkaar of liever nog aan de ouders.
Alle gegevens worden genoteerd in een activiteitenlogboek; zogenaamd HOREB.
In de groepen 3 tot en met 8 hanteren we een soortgelijke werkwijze. Momenteel hebben we het aantal thema's beperkt tot twee per schooljaar.
